woensdag 1 juli 2015

Van Vlieland weer terug in de BvK


We vertrokken om kwart over zeven uit een overvolle haven van Vlieland. De havenmeester had gisteravond de rode lantaarns aangestoken zodat niemand er meer in mocht. Om uit onze ligplaats te komen moesten er drie jachten, die achter ons gestapeld lagen, eerst wegvaren. Ook onze “buren”, die uit Kamperland kwamen wilden met ons tegelijkertijd weg naar Makkum. De drukte werd ze te veel. Fietsen konden ze ook elders, zoals ze zeiden. Met een ZO-4 voeren we deels op motor en zeil vanwege de tegenwind naar de Lorentzsluizen. We moesten wel tempo maken. De afstand van Vlieland naar de BvK is 64 NM. Om kwart voor elf kwamen we daar aan. De kleine sluis bleek defect en draaide niet. Helaas konden we met de eerste sluislichting niet mee, omdat een vrachtvaarder en een vissersschip voorrang kregen. Met de tweede sluislichting konden we mee en om twaalf uur waren we weer op het IJsselmeer. Met een ZO-4 was het naar Enkhuizen prima te bezeilen en maakten we met 7 knopen flinke voortgang naar de Krabbegatsluizen waar we om kwart voor vier aankwamen. Na ook hier geschut te zijn zeilden, we naar de Blocq van Kuffeler waar we om half zeven aankwamen.


Onze zeilvakantie is jammer genoeg weer voorbij, maar we hebben een mooie tijd gehad. Ons einddoel het bezoek aan het Zweedse eiland Öland hebben we bereikt. Eigenlijk geldt dit voor ons gehele programma, dat we van te voren hadden opgesteld. We hebben mooie herinneringen over gehouden aan het eiland Hiddensee tegenover Rügen, Borgholm op Öland, waar we de Borgholm ruïne en de tuin van de Zweedse Koninklijke Familie hebben mogen bewonderen, de fietstocht van Allinge naar het Hammershus op het Deense eiland Bornholm, maar ook de Zweedse plaatsen Kalmar en Karslkrona waren de moeite waard. En dan het piepkleine eilandje Utklippan niet te vergeten. Het Zweedse eilandje Hanö in de Hanöbukt (Hanöbocht) stond van te voren niet ons programma, maar was een bijzondere en verrassende tussenstop. Ook de landvast in onze schroef in Warnemünde, die bliksemsnel door een Duitse duiker eraf werd gehaald, zal in onze herinnering blijven. In de meeste jachthavens is het goed geregeld. Meestal met betaalautomaten, die 24 uur per dag beschikbaar zijn, waaruit je een ligplaatssticker en een tallycard krijgt voor elektra en toegang tot het sanitairgebouw.  Ook is er veelal gratis internet beschikbaar. Daar kunnen Nederland en de zuidelijke landen een voorbeeld aan nemen. We hebben redelijk weer gehad met veel zon. Maar het was wel erg koud voornamelijk vanwege de harde frisse wind, zodat we vaak de kachel hebben gebruikt en voor de meeste zeiltochten bijna altijd onze zeilpakken moesten aantrekken. Vooral ‘s nachts in de Duitse Bocht op de heenreis was het vreselijk koud. Apart dat we met name op de laatste dag we met 30 graden Celsius weer thuis kwamen. We hebben veel wind gehad voornamelijk uit de westhoek. Op de heenreis naar Zweden hadden we die mee, maar terug was het wat lastiger, hoewel het aantal dagen dat er harde wind was wel wat afnam in de tijd. En gelukkig zijn er weinig regendagen geweest. Een paar keer ’s nachts en twee keer onderweg hebben we een stevige regenbui over ons heen gekregen, maar daar bleef het, op een enkel miezerbuitje na, dan ook bij. Ook prettig is dat het in het noorden langer licht blijft. De nachten werden nooit helemaal donker. Je kon midden in de nacht alles nog goed waarnemen. De totale afstand over de grond bedroeg 1287 Nm. Op ons log stond 1410 Nm. Dit verschil is met name veroorzaakt op de terugweg door het laveren tegen de wind in. We hebben 123 uren gezeild en 108 uren gemotord. Dit jaar hebben we gelukkig geen mankementen aan de boot gehad, op de lijn in de schroef na, maar dat was onze eigen schuld. Maar goed het is weer allemaal voorbij. Eerst gaat onze Carina uit het water voor groot onderhoud, waaronder een nieuwe klapschroef en dan wordt het weer tijd om een plan te maken voor onze volgende zeilreis voor komend jaar.