donderdag 11 juni 2015

Bezichtiging van het “Kalmar Slott”


Ook vandaag was het mooi weer. Veel zon en weinig wind. Toen we opstonden zagen we een bordje naast de kade hangen dat onze plek voor vandaag was gereserveerd voor een ander jacht. Dus moesten we onze boot verleggen naar een andere ligplaats, maar dat was geen probleem, want er was keuze genoeg. Zodoende meerden we onze Carina af aan een "Y-bom", twee stalen zijsteigertjes op drijvers, tegenover het toeristenbureau en havenkantoor. De Nederlander voor ons moest ook weg en die vertrok later naar het noorden. Achter lag een IJsland jacht, dat gekocht was door de schipper in Southampton en het schip had overgevaren. Hij zou voor drie jaar er mee in Zweden blijven. Om elf uur wandelden we naar het “Kalmar Slott”, ongeveer 1 km vanaf de haven. Het “Kalmar Slott” is het best behouden gebleven kasteel in rennaissance-stijl van Noord-Europa, is gebouwd op een schiereilandje en door omringde slotgrachten van het vasteland gescheiden. Door zijn ligging in de nabijheid van de toenmalige grens met Denemarken (Skåneland) nam het een belangrijke plaats in de Zweedse geschiedenis in. In 1397 werd hier door koningin Margaretha I van Denemarken de Unie van Kalmar gevormd. De geschiedenis van het kasteel gaat terug tot 1180 toen het in opdracht van de koning van Zweden, Knoet I, werd gebouwd als burcht, een verdedigingsbouwwerk tegen piraten en andere mogelijke vijanden, die vanaf zee de stad zouden kunnen aanvallen. Het kasteel was het eerste toevluchtsoord van Gustaaf Wasa, die in Zweden beschouwd wordt als de bevrijder van de Deense overheersing, toen hij in 1520 na zijn ontsnapping uit Deense gevangenschap in Zweden aankwam. Om deze reden is binnen het kasteel een fontein gebouwd als monument ter ere van Gustaaf Wasa. Eind van de 13e eeuw was er een onregelmatige ringmuur om “Kalmar Slott” opgetrokken. Voor een betere verdediging werd later een omringde muur met vier torens rondom het oorspronkelijke verdedigingsbouwwerk gebouwd naar Frans-Duits model. Gustaaf Wasa en zijn zonen bouwden het kasteel verder uit en veranderde de burcht drastisch. De oude donjon, een middeleeuwse verdedigbare woontoren, bleef behouden. De bijbehorende gebouwen werden paleisachtig verbouwd. Aan het einde van de 16e eeuw begon een lange tijd van verval. De vesting, welke onder de voorgaande 395 jaren 22 keer aangevallen werd, maar nooit veroverd kon worden, werd tot een gevangenis, graanpakhuis en koninklijke jeneverstokerij gedegradeerd. Grote delen van de oude inrichting verwilderden of gingen verloren en er werd zelfs voorgesteld om het kasteel af te breken. In de jaren 1850-1860 werd er begonnen met renovatiewerkzaamheden, die tot op de dag van vandaag voortduren. In het kasteel is ook een kapel aanwezig, die tegenwoordig veelvuldig gebruikt wordt voor bruiloften. Na deze interessante bezichtiging liepen we nog door het oude gedeelte achter het “Kalmar Slott”. Van dit oude gedeelte was niet veel meer overgebleven dan een paar oude straatjes met dito huisjes. Bij terugkomst op de boot werd het drukker met passanten van allerlei nationaliteiten. Morgen gaan we weer verder naar het zuiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten