





Toen we vanochtend opstonden, scheen er al een flauw zonnetje. Na het ontbijt en de watertanks te
hebben bijgevuld, vertrokken we om kwart over acht richting het eilandje Omø,
een afstand van 18 Nm.. De wind was NW3 en niet helemaal tegen, zodat we aan de
wind zeilend een mooie lange slag konden maken naar Omø. Halverwege kregen we
een flinke regenbui over ons heen, maar na een half uur klaarde het weer op en
begon de zon weer te schijnen. Inmiddels was de wind aangetrokken tot NW4. Aan
de zuidwestkant van Omø aangekomen, gingen we overstag voor een korte slag naar
het noorden om Omø te kunnen ronden richting de jachthaven van Omø, die aan de
noordoostzijde ligt. Om half één kwamen we in de jachthaven van Omø aan, waar maar een paar passanten met kleine bootjes lagen. Eve later kwam er ook een veerboot binnen
in de haven, die al gauw weer vertrok. De boxmaten variëren wel in Denemarken.
Zijn de meeste boxen in de breedte te krap en in de lengte te groot, dan scoort
Omø in het tegengestelde. Grote
breedte tussen palen, maar zeer kort in de lengte, zodat een derde van ons
schip achter de palen uitstak en er nauwelijks nog manoeuvreerbare ruimte
tussen de rijen ligplaatsen overbleef. Eigenlijk is de jachthaven niet geschikt
voor jachten groter dan negen meter, maar gelukkig kwamen na ons ook grote zeilboten binnen, nl. twee jachten van 36 en
één van 40 foot, die ook ver buiten de palen uitstaken. Zodoende voelden
wij ons iets minder asociaal. Na betaald
te hebben middels de beroemde Deense betaalautomaat, waar de Denen en ook
Zweden kennelijk gek op zijn, want je ziet ze praktisch in elke haven, maakten
we een wandeling langs het visserijhaventje, waar een typisch Deens
vissersbootje op de helling lag, en liepen we daarna naar de Købmand, een klein
supermarktje op 1,5 km van de haven om wat boodschappen te doen. Onderweg kwamen we langs een klein wit
kerkje, de Omø Kirke, gebouwd in 1828, en leuke oude huisjes, die er wel wat verwaarloosd uitzagen. Ook veel
woningen werden te koop aangeboden. Na de boodschappen liepen we door de fraaie heuvelachtige natuur, weer terug naar de boot waar we in het zonnetje en met een
glaasje wijn konden uitrusten. Het was wat drukker geworden in de jachthaven.
Het merendeel van de passanten waren Duitsers, verder een paar Denen. Wij waren de enige Nederlanders. 's Avonds werd er vlakbij de jachthaven Sankt Hans gevierd. De Denen vieren het begin van de zomer op de vooravond van Sankt Hans. Sankt Hans is de heilige naam van Johannes de Doper, wiens geboorte zes maanden voor de geboorte van Jezus plaats vond op 24 juni. Die datum wordt Sankt-Hans-dag genoemd. De traditie is dan dat op de vooravond, 23 juni, grote brandstapels worden aangestoken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten